DIN 571: Houtdraadbouten voor zware houtverbindingen
DIN 571 is de Duitse industrienorm voor zogenoemde houtdraadbouten: zware houtschroeven met een zeskante kop. Deze bouten hebben een grove, zelftappende schroefdraad die speciaal is ontworpen voor bevestiging in hout. Dankzij hun robuuste ontwerp en grote diameters worden DIN 571 houtdraadbouten toegepast in situaties waar gewone houtschroeven tekortschieten. Denk bijvoorbeeld aan constructies die hoge belastingen moeten dragen. Fabory biedt een uitgebreid assortiment DIN 571 houtdraadbouten in diverse maten en materialen, direct uit voorraad leverbaar. In dit artikel leest u alles over de eigenschappen, toepassingen en montage van DIN 571, met tips voor het optimale gebruik.
Toepassingen van DIN 571 houtdraadbouten
DIN 571 houtdraadbouten worden veel gebruikt in de bouw en houtbewerking voor het verbinden van zware houten constructies. Dat kan de montage zijn van balken en kolommen in een houten draagconstructie, zoals bij overkappingen, daken of houten frames. Waar een normale houtschroef (bijvoorbeeld spaanplaatschroef) onvoldoende sterk is, biedt de houtdraadbout uitkomst voor een ijzersterke verbinding. Enkele voorbeelden van toepassingen zijn:
- Hout-op-hout constructies: het koppelen van dikke houten balken, staanders en vloerdelen in bijvoorbeeld pergola’s, overkappingen of vlonders. De houtdraadbout dringt diep in het hout en zorgt voor een blijvend stevige verbinding bij zware belasting.
- Bevestigen van metalen beslag op hout: het monteren van staalplaten, hoekankers of paalvoeten op houten ondergronden. De zeskantkop zorgt voor grip met een sleutel, terwijl de grove draad het metalen beslag strak tegen het hout aantrekt. Voor extra spreiding van de druk wordt vaak een sluitring (zoals DIN 125 of een grote carrosseriering DIN 9021) onder de kop geplaatst.
- Verankering in steen of beton (met plug): in combinatie met een passende plug is DIN 571 ook geschikt voor bevestiging aan harde ondergronden zoals beton, baksteen of steen. U kunt bijvoorbeeld een houten regel op een betonnen muur vastzetten door een ruim boorgat te vullen met een stevige nylon plug en daarin de houtdraadbout te draaien. Op die manier worden onder andere houten balken op een betonnen vloer bevestigd of hekwerk aan een stenen muur verankerd.
Bovendien komen houtdraadbouten van pas bij allerlei zware bevestigingen in en om het huis. Ze worden gebruikt voor het ophangen van zware objecten (zoals radiatoren of boilers aan houten wanden), het plaatsen van schuttingen en poorten, of het monteren van constructieve meubels. Overal waar u langdurige stabiliteit en hoge sterkte vereist, is DIN 571 een betrouwbare keuze. Dankzij de zeskantkop kunt u deze bouten stevig aantrekken met een steeksleutel, ringsleutel of dop op een ratel of boormachine.
Kenmerken en materialen van DIN 571 houtdraadbouten
Bouw en eigenschappen
Een DIN 571 houtdraadbout herkent u aan de zeskante kop en de gedeeltelijk getapte schacht met grove houtschroefdraad. Het begin van de bout is meestal puntig, zodat hij gemakkelijk in het hout of de plug grijpt. De schroefdraad loopt over een groot deel van de lengte (minimaal ~60% van de boutlengte volgens de norm) en heeft een grof profiel dat een goede houvast biedt in hout. In tegenstelling tot metrische bouten heeft deze houtschroefdraad een iets taps toelopende vorm richting de punt, waardoor de bout zichzelf in het hout vastzet. Voor deze bevestiging is geen moer nodig, de draad verankert direct in het materiaal. De kop van de bout is zeskantig (hexagonaal), conform de DIN-norm, zodat u gangbare sleutelwijdtes kunt gebruiken (hierover later meer). Deze zeskantkop steekt na montage meestal boven het oppervlak uit, wat juist gewenst is bij constructieve houtverbindingen zodat u de bout indien nodig nog kunt aantrekken of verwijderen.
Materialen en afwerking
Houtdraadbouten volgens DIN 571 zijn doorgaans vervaardigd uit staal met kwaliteit 4.6. Dit is een stalen bout met een treksterkte die voldoende is voor de meeste houtconstructies. De bouten zijn leverbaar met diverse coatings en materialen, afhankelijk van de toepassing. Het meest gangbaar zijn elektrolytisch verzinkt staal (galvanisch verzinkt) en thermisch verzinkt staal, beide geschikt voor binnen- en beperkt buitengebruik doordat de zinklaag bescherming biedt tegen corrosie. Voor toepassingen in de buitenlucht of in vochtige omgevingen is een roestvast stalen uitvoering aan te raden. DIN 571 houtdraadbouten zijn verkrijgbaar in RVS (meestal A2 kwaliteit, inox 304) en ook in RVS A4 (316) voor extra corrosiebestendigheid in bijvoorbeeld maritieme omgevingen. Let er bij buitengebruik op dat u bij voorkeur RVS bouten of thermisch verzinkte bouten kiest, zodat de verbinding niet gaat roesten.
Maten en sleutelwijdtes
Fabory voert een brede selectie DIN 571 bouten in uiteenlopende afmetingen. Over het algemeen zijn deze houtdraadbouten beschikbaar in diameters van ca. 5 mm tot 16 mm (M5 t/m M16), met lengtes variërend van korte bouten van 30–40 mm tot extra lange uitvoeringen van 200 mm, 300 mm of zelfs langer voor speciale toepassingen. Dankzij de gestandaardiseerde DIN-specificatie zijn de afmetingen van de kop en schroefdraad uniform: zo gebruikt een 8 mm DIN 571 bout bijvoorbeeld een sleutelmaat van 13 mm voor de kop, een 10 mm bout een sleutel van 17 mm, en 12 mm een sleutel 19 mm. Deze sleutelwijdtes komen overeen met die van reguliere zeskantbouten (DIN 933 / DIN 931) in dezelfde diameter, wat het kiezen van het juiste gereedschap eenvoudig maakt. Raadpleeg de productspecificaties voor de exacte combinatie van diameter, lengte en sleutelmaat bij de door u gekozen bout.
Montagetips voor DIN 571 houtdraadbouten
Een groot voordeel van de DIN 571 houtdraadbout is dat u er zeer sterke verbindingen mee maakt, mits u ze op de juiste manier monteert. Hieronder enkele praktische tips om het beste resultaat te krijgen:
- Voorboren voor beter resultaat: Voor een optimale grip is het vaak verstandig om een gat voor te boren in het hout. Vooral bij harde houtsoorten (eiken, tropisch hardhout) is voorboren noodzakelijk om scheuren of splijten te voorkomen. Kies een houtboor met een diameter gelijk aan de kern van de houtdraadbout (de dikte van de as zonder schroefdraad). Op die manier zal het grove schroefdraad zich goed in het hout kunnen snijden, terwijl het hout niet ongewenst opzij wordt gedrukt. Voor een 8 mm houtdraadbout is de kerndiameter bijvoorbeeld circa 6 mm. Gebruik in dat geval een 6 mm boor. In zachtere houtsoorten (vuren, grenen) is voorboren niet altijd strikt nodig, maar wordt het wel aangeraden voor een netter resultaat en makkelijker indraaien. Let op: boor minstens zo diep als de lengte van de bout die in het hout moet komen, zodat de bout volledig zijn weg kan vinden.
- Gebruik een passende dop of sleutel: DIN 571 bouten kunnen met de hand (ringsleutel of steeksleutel) worden aangedraaid, maar voor gemak en snelheid gebruikt u bij voorkeur een dopsleutel op een boormachine of slagmoersleutel. Zorg dat de dop goed past op de zeskantkop om doorslippen te voorkomen. Bij seriematige montage of langere bouten is het handig om eventueel het schroefdraad licht in te vetten voor minder weerstand. Begin met rustig indraaien om te zorgen dat de bout recht het materiaal in gaat.
- Combinatie met pluggen voor steen: Wilt u een houtdraadbout bevestigen in een betonnen of gemetselde ondergrond, gebruik dan altijd een passende plug. Kies een plugdiameter die overeenkomt met de boutdiameter, want fabrikanten van pluggen geven doorgaans aan welke maat bout geschikt is. Voor bijvoorbeeld een DIN 571 van 10 mm wordt vaak een 12 mm nylon plug gebruikt. Boor in de steen of beton een gat gelijk aan de plugdiameter, plaats de plug flush met het oppervlak en draai vervolgens de houtdraadbout erin. Zo ontstaat een zeer sterke bevestiging in harde materialen. Controleer dat de bout voldoende diep in de plug grijpt (meestal moet de boutlengte minstens gelijk aan de pluglengte zijn, plus de dikte van het te bevestigen onderdeel).
- Ringen onder de kop: Bij montage van metalen platen, hoekijzers of andere onderdelen op hout is het verstandig een sluitring onder de kop van de bout te plaatsen. Een platte ring zoals DIN 125 (standaard sluitring) of bij grotere bouten een DIN 9021 carrosseriering zorgt voor een betere drukverdeling op het bevestigde deel. Zo voorkomt u dat de zeskantkop in het hout verzinkt of het oppervlak van een metalen onderdeel beschadigt. Ook bij bevestiging in metselwerk met plug raden we een ring aan om beweging of inzinken van de kop te voorkomen, vooral bij zachte materialen als kalkzandsteen.
- Aandraaimoment en controle: Houtdraadbouten hoeven niet met een exact moment aangedraaid te worden zoals hoogvaste bouten, maar zorg wel voor stevig aantrekken zodat het onderdeel goed klemt. Gebruik uw ervaring of raadpleeg eventuele richtlijnen voor houtconstructies. Na montage in hout kan het materiaal na verloop van tijd iets krimpen of werken, het is daarom verstandig om verbindingen (zoals een houten pergola) periodiek na te lopen en bouten eventueel iets na te spannen voor blijvende stabiliteit.
Alternatieven en bijpassende producten
Hoewel DIN 571 een zeer veelzijdige houtverbinder is, zijn er situaties waarin alternatieve bevestigingsmiddelen beter passen of gecombineerd kunnen worden. Enkele overwegingen en opties:
- Zeskantbouten met moer (DIN 933 / DIN 931): Als u twee onderdelen volledig door-en-door wilt klemmen, bijvoorbeeld twee houtdelen of een houtdeel tegen een stalen plaat, kunt u ook kiezen voor een traditionele zeskantbout met moer. Een DIN 933 (volledig schroefdraad) of DIN 931 (deeldraad) bout in combinatie met een zeskantmoer DIN 934 en sluitringen kan hier geschikt zijn. Het verschil met DIN 571 is dat deze bouten metrisch schroefdraad hebben en altijd een moer vereisen aan de andere zijde. In hout wordt hiervoor doorgaans een doorgaand gat geboord. Het voordeel is dat u de verbinding van beide kanten kunt aandraaien en eventueel vaker los- en vastmaken. Voor zeer permanente houtverbindingen is dit echter zelden nodig, want de houtdraadbout heeft het voordeel dat hij van één kant is te monteren en geen tegenhouder aan de achterkant vereist.
- Houtconstructieschroeven (Torx): In moderne houtbouw zijn speciale houtconstructieschroeven met verzonken kop en Torx-aandrijving populair als alternatief voor DIN 571. Deze schroeven (vaak niet DIN-genormeerd, maar bijvoorbeeld CE-goedgekeurde bouwschroeven) hebben meestal een zelfborende punt en een fijner schroefdraadprofiel dat splijtvorming minimaliseert. Ze kunnen met een accuboormachine sneller worden ingedraaid zonder sleutel. Voor uiterst zware verbindingen (zoals het koppelen van dikke houten balken) bieden deze constructieschroeven vergelijkbare of zelfs hogere houdkracht en ze zijn verkrijgbaar tot lengtes van wel 400 mm. Maar, DIN 571 houtdraadbouten blijven een beproefde keuze vanwege hun eenvoud, brede beschikbaarheid en het feit dat ze met standaard gereedschap (sleutel/dop) gemonteerd kunnen worden. In situaties waar u al een gat voorboort of waar een uitstekende zeskantkop geen bezwaar is, is DIN 571 vaak net zo effectief.
- Slotbouten (DIN 603): Voor houtverbindingen waarbij u aan één zijde een glad afgewerkte kop wenst (bijvoorbeeld om uitsteken te voorkomen of om een nettere uitstraling te hebben) kunt u een DIN 603 slotbout overwegen. Slotbouten hebben een ronde, platte kop met daaronder een vierkant gedeelte dat in het hout verzinkt om meedraaien te voorkomen. Aan de andere zijde wordt een moer aangebracht om de verbinding vast te zetten. Dit systeem wordt veel gebruikt bij bijvoorbeeld houten hekwerken, schommels of meubelconstructies. Houd er rekening mee dat slotbouten metrisch draad hebben en dus door het materiaal heen gaan met een moer erachter, in tegenstelling tot DIN 571 die zich in het materiaal vastbijt zonder moer.
- Andere bevestigers en accessoires: Afhankelijk van uw project kunt u DIN 571 houtdraadbouten aanvullen met andere bevestigingsmiddelen. Denk aan draadstangen (DIN 976) voor situaties waar een extra lange doorkoppeling nodig is, of chemische ankers (geen DIN-norm) als u een houtdraadbout in metselwerk extra stevig wilt verankeren. Ook borgmiddelen zoals veerringen DIN 127 of zelfborgende moeren DIN 985 kunnen relevant zijn als u een combinatie met een moer toepast en trillingen wilt opvangen, al is dit bij pure houttoepassingen zelden nodig. Tot slot is het handig om bij het werken met houtdraadbouten het juiste boorgereedschap bij de hand te hebben (bijv. een set houtboren en eventueel een verzinkboor als u de kop iets wil laten indringen in het houtoppervlak).
Met dit brede scala aan alternatieven en toebehoren kunt u voor elke verbinding de beste oplossing kiezen. Fabory heeft als specialist in bevestigingsmaterialen niet alleen DIN 571 houtdraadbouten op voorraad, maar ook alle bijpassende producten: van moeren en ringen tot verschillende bouten en schroeven in DIN-norm, zodat u altijd een compleet pakket voor uw klus kunt samenstellen.
Veelgestelde vragen over DIN 571 (FAQ)
Moet ik voorboren bij het indraaien van DIN 571 houtdraadbouten?
Voorboren is aanbevolen bij harde houtsoorten en bij bevestiging in steen of beton. In zachthout kunt u een houtdraadbout vaak zonder voorboren indraaien, maar zelfs daar voorkomt voorboren splijten van het hout en maakt het indraaien makkelijker. Boor bij voorkeur met een diameter gelijk aan de kerndikte van de bout (meestal iets kleiner dan de boutdiameter zelf). Zorg er ook voor dat het boorgat diep genoeg is. Zo krijgt u de stevigste verbinding en voorkomt u dat het hout scheurt of dat de bout vastloopt voordat hij volledig is aangedraaid.
Welke sleutelmaat heb ik nodig voor DIN 571 houtdraadbouten?
De sleutelmaat (bekopening) hangt af van de diameter van de bout. DIN 571 bouten volgen wat dat betreft de standaard zeskant afmetingen van reguliere bouten. Enkele voorbeelden: een 6 mm houtdraadbout heeft doorgaans een 10 mm sleutelwijdte, 8 mm gebruikt 13 mm, 10 mm gebruikt 17 mm, 12 mm gebruikt 19 mm, en 16 mm heeft 24 mm sleutelmaat. Deze informatie vindt u meestal terug in de productspecificaties. Zorg dat u de juiste maat sleutel of dop gebruikt om de kop niet te beschadigen tijdens het aandraaien.
In welke afmetingen zijn DIN 571 houtdraadbouten verkrijgbaar?
DIN 571 houtdraadbouten zijn beschikbaar in een groot aantal maatvoeringen. De meest voorkomende diameters liggen tussen 5 mm en 12 mm voor algemene toepassingen, maar ook zwaardere diameters tot M16 (16 mm) zijn verkrijgbaar. Qua lengte varieert het aanbod van korte bouten van 20–50 mm lengte (voor bijvoorbeeld plugverbindingen in dun materiaal) tot zeer lange bouten van 200–300 mm of meer. Zo kunt u voor bijna elke gewenste verbinding een passende bout vinden, van het vastzetten van dunne planken tot het door en door borgen van dikke balken. Raadpleeg de catalogus van Fabory voor een volledig overzicht van alle beschikbare afmetingen en bijbehorende artikelnummers.
Zijn DIN 571 houtdraadbouten geschikt voor buitengebruik en vochtige omgevingen?
Ja, mits u de juiste materiaalkeuze maakt. Voor buitengebruik en vochtige toepassingen raden wij roestvast stalen (RVS) DIN 571 bouten aan, bij voorkeur kwaliteit A2 of A4. RVS-bouten zullen niet roesten en behouden hun sterkte in weer en wind. Heeft u toch stalen houtdraadbouten, kies dan minimaal voor thermisch verzinkte exemplaren; deze hebben een dikkere zinklaag die beter bestand is tegen corrosie dan elektrolytisch verzinkte bouten. Let wel op dat bij beschadiging van de zinklaag (bijv. door het aandraaien) op den duur roest kan ontstaan. Voor extreme omstandigheden (zeezout, chemische omgevingen) is RVS A4 de veiligste keuze. In alle gevallen geldt: combineer buiten altijd met roestvaste ringen en houd de verbinding zoveel mogelijk beschut om de levensduur te verlengen.
Wat is het verschil tussen een houtdraadbout (DIN 571) en een gewone houtschroef?
Het voornaamste verschil zit in de afmetingen en toepassing. Een houtdraadbout is feitelijk een zware houtschroef met zeskantkop die veel dikker en sterker is dan standaard houtschroeven. Gewone houtschroeven (zoals spaanplaatschroeven of universalschroeven) hebben meestal een kleinere diameter, een verzonken kop met kruiskop- of Torx-aandrijving en worden gebruikt voor lichtere bevestigingen. Houtdraadbouten daarentegen hebben een zeskantkop voor sleutelgreep en worden ingezet bij zware constructies en hoge belastingen. Bovendien kunnen houtdraadbouten, indien nodig, gecombineerd worden met een moer of plug voor extra sterke bevestigingen, iets wat bij gewone houtschroeven niet gebruikelijk is. We zouden kunnen zeggen dat DIN 571 bouten de brug vormen tussen de wereld van schroeven en bouten: ze draaien direct in het materiaal vast zoals schroeven, maar bieden de kracht en het formaat van een bout. Voor constructiewerk, langdurige verbindingen en situaties waar veiligheid voorop staat, kiest u dus eerder voor een houtdraadbout dan voor een standaard houtschroef.