DIN 6923 zeskantflensmoeren voor stabiele en trillingsbestendige verbindingen
DIN 6923 is de Duitse norm voor zeskantmoeren met flens. Het gat om een zeskantige moer met een vaste, brede kraag (flens) aan de onderzijde. Deze speciale moervorm biedt een groter contactoppervlak en vermijdt het gebruik van losse ringen. Hierdoor ontstaat een sterke bevestiging die voldoet aan de DIN 6923-specificaties voor afmetingen, materiaal en prestaties.
Kenmerken van DIN 6923 zeskantflensmoeren
We geven hieronder de belangrijkste kenmerken van DIN 6923 flensmoeren weer:
- Geïntegreerde flens: De brede kraag onder de moer functioneert als een vaste ring. De aangebrachte voorspankracht verdeelt zich over een groot oppervlak, wat leidt tot een lage vlaktedruk en minder risico op beschadiging van het vastgezette materiaal. Dankzij deze gelijkmatige lastverdeling vergroot de flens ook de houdkracht van de moer, vooral op zachtere materialen. Bovendien is het gebruik van een aparte sluitring overbodig, want de flens neemt die rol over.
- Verbeterde grip bij trillingen: Het grote contactvlak van de flens zorgt voor extra stabiliteit. Dit vergroot de wrijving en vermindert de kans dat de moer lostrilt, met name in toepassingen met veel vibratie. Veel DIN 6923 flensmoeren zijn aan de onderzijde voorzien van een getande rand (vertanding). Deze scherpe ribbels grijpen in het oppervlak en werken als borging, want ze voorkomen het losdraaien door trillingen. Zo blijft een vertande flensmoer ook onder vibrerende omstandigheden stevig vastzitten.
- Efficiënte montage: Doordat een losse ring achterwege kan blijven, bespaart u onderdelen en montagetijd. Een flensmoer combineert immers de functies van moer én ring in één onderdeel. Dit vereenvoudigt het assemblageproces en verkleint de kans op fouten tijdens montage. Het brede draagvlak van de flens kan bovendien overmaatse of sleufvormige boutgaten afdekken, zodat zelfs bij langwerpige gaten een solide klemverbinding ontstaat.
Materiaal en sterkteklassen
DIN 6923 zeskantflensmoeren zijn verkrijgbaar in zowel staal als roestvast staal, in diverse kwaliteiten. Stalen flensmoeren worden doorgaans geleverd in eigenschapsklasse 8 of 10 (vergelijkbaar met 8.8 of 10.9 boutkwaliteit) voor hoge sterkte. Ze zijn beschikbaar in blanke (onbehandelde) vorm of met een oppervlaktebehandeling, zoals zwart oxide of verzinken, voor extra corrosiebestendigheid. Roestvaststalen uitvoeringen (RVS) zijn veelal in A2 of A4 materiaal verkrijgbaar, meestal met een treksterkteklasse van 70 (A2-70 of A4-70). Deze RVS-flensmoeren bieden een uitstekende weerstand tegen roestvorming, wat ze geschikt maakt voor toepassingen in vochtige omgevingen of buitensituaties. In alle gevallen behoudt de DIN 6923 flensmoer de functionele voordelen, los van het materiaal. De geïntegreerde flens verdeelt de krachten gelijkmatig en maakt losse ringen overbodig.
Tip: Bij stalen DIN 6923 moeren staat de eigenschapsklasse vaak op de bovenzijde van de moer (bijvoorbeeld een 8 of 10 voor klasse 8 resp. 10). Roestvaststalen moeren dragen meestal de materiaalcode zoals A2 of A4, eventueel met een aanvullend cijfer voor de sterkte (bijv. A2-70).
Toepassingen
DIN 6923 flensmoeren komen tot hun recht in uiteenlopende toepassingen waar een betrouwbare, snel te monteren bevestiging is vereist. U vindt ze bijvoorbeeld in de auto-industrie en de machinebouw. In motoren, voertuigen en andere installaties met sterke vibraties blijven verbindingen met flensmoeren beter vastzitten dan met standaard moeren, dankzij de verhoogde weerstand tegen losdraaien. Ook in constructiewerk en staalbouw worden flensmoeren veel toegepast. Denk aan staalconstructies, frames en apparaten, omdat de geïntegreerde flens zorgt voor gelijkmatige drukverdeling zonder aparte sluitringen. Bij seriematige montage of op moeilijk toegankelijke plekken bespaart het gebruik van flensmoeren kostbare tijd, doordat men minder onderdelen hoeft te hanteren. Daarnaast bieden flensmoeren een oplossing bij bevestigingen in oversized of langwerpige gaten: de brede flens dekt een sleufgat volledig af en klemt het onderdeel toch stevig vast. Dit maakt DIN 6923 moeren bijzonder handig in bijvoorbeeld plaatmateriaal, klembeugels of toepassingen waar boutgaten wat speling hebben. Kortom, overal waar een stevige, trillingsbestendige verbinding gewenst is en efficiency belangrijk is, bieden deze flensmoeren uitkomst.
Verschil met andere moeren
In vergelijking met een standaard zeskantmoer (DIN 934) heeft de DIN 6923 flensmoer een geïntegreerde rand. Een gewone zeskantmoer heeft geen vergrote basis, waardoor bij kritische toepassingen meestal een aparte ring (bijvoorbeeld een sluitring of carrosseriering) nodig is om de last te spreiden en het oppervlak te beschermen. De flensmoer neemt die functie over: de brede flens verdeelt de kracht gelijkmatig over het verbindingsvlak en fungeert als ingebouwde ring. Dit resulteert in een stabielere verbinding die minder snel loskomt en het materiaal niet indrukt. Met een DIN 6923 moer bespaart u bovendien de extra handeling van een ring plaatsen, waardoor u eenvoudiger kunt monteren.
Ten opzichte van een borgmoer (zelfborgende moer) heeft DIN 6923 op zichzelf geen ingebouwde vergrendelingsinrichting zoals een nylonring of vervormd schroefdraad. Een veelgebruikte borgmoer is bijvoorbeeld DIN 985, die een nylon inzetring bevat om lostrillen te voorkomen. Zo’n nylonborgmoer mist echter de flens van DIN 6923 en zal voor een gelijkmatige drukverdeling alsnog een aparte sluitring nodig hebben. Een DIN 6923 flensmoer met vertanding combineert deels beide functies: de getande flensrand grijpt in het oppervlak en voorkomt losdraaien door vibratie, vergelijkbaar met een stalen all-metal borgmoer. Het verschil is dat bij de flensmoer de klemkracht over een groter vlak wordt verdeeld, terwijl de nylon borgmoer vooral focust op vergrendeling. In situaties waar zowel borging als drukverdeling cruciaal zijn, kan men kiezen voor speciale combinaties zoals een DIN 6926 flensmoer met nylonring. Deze variant heeft én een flens én een borgmechanisme, waardoor het niet alleen de voordelen van DIN 6923 biedt, maar ook extra zekerheid tegen loslopen.
Verschillende DIN-genormeerde moeren zijn bij Fabory in diverse maten, materialen en afwerkingen verkrijgbaar, zodat u altijd de juiste oplossing voor uw toepassing vindt, of het nu om een standaard moer gaat of een gespecialiseerde flensborgmoer. Denk aan de algemene zeskantmoer DIN 934 en een zelfborgende type zoals DIN 985 (nyloc), of flensmoeren als DIN 6923 en 6926. Voor elke verbinding heeft Fabory de geschikte moer in huis, van standaard tot hoogwaardig gespecialiseerd.
Veelgestelde vragen over DIN 6923 zeskantflensmoeren
Wat is het verschil tussen DIN 6923 en DIN 934 zeskantmoeren?
DIN 934 is de standaard zeskantmoer zonder flens. Bij een gewone moer moet vaak een losse ring (bijvoorbeeld een sluitring) worden gebruikt om de druk beter te verdelen en het loswerken te beperken. Een DIN 6923 flensmoer daarentegen heeft een aangevormde flens die deze functies overneemt: de flens verdeelt de last over een groter oppervlak en voorkomt beschadiging van het onderdeel. Bovendien is meestal geen aparte sluitring nodig bij een flensmoer, doordat de flens de rol van onderlegger vervult. Dit betekent minder onderdelen en een sneller montageproces. Daarnaast biedt de flensmoer extra stabiliteit, in situaties met trillingen blijft een flensmoer doorgaans beter zitten dan een combinatie van moer met ring.
Wat is het verschil tussen DIN 6923 en een borgmoer?
Een borgmoer is ontworpen om niet vanzelf los te trillen. Dit kan bijvoorbeeld met een nylon insert (zoals bij DIN 985) of door een vervormd schroefdraadsegment (zoals bij all-metal borgmoeren). DIN 6923 flensmoeren hebben in de standaarduitvoering geen nylon insert en gelden niet per se als borgmoer. Hun belangrijkste functie is de integrale flens voor betere drukverdeling. Echter, er bestaan vertande DIN 6923 flensmoeren, deze moeren hebben kartelranden onder de flens die in het materiaal grijpen. Zo’n getande flensmoer werkt als een borgmoer doordat hij zichzelf vastzet en minder snel los trilt. Het verschil is dat een nylon borgmoer altijd een kunststof ring gebruikt voor vergrendeling (en geen flens heeft), terwijl een flensmoer de klemkracht spreidt en in vertande vorm door metaal-op-metaal wrijving borgt.
Voor welke toepassingen zijn DIN 6923 flensmoeren geschikt?
Flensmoeren volgens DIN 6923 worden veel gebruikt in de auto-industrie, machinebouw en constructie. Overal waar trillingen of hoge belastingen voorkomen, bieden zij voordelen. In motoren, voertuigen en bewegende machines zorgen flensmoeren voor betrouwbare verbindingen die niet los resoneren. De combinatie van spreiding en eventuele vertanding maakt dat deze moeren ook onder vibratie hun grip behouden. Daarnaast zijn ze ideaal voor snelle montage in productielijnen of op bouwplaatsen, omdat men geen losse ringen hoeft te hanteren. Bij constructies met oversize of sleufgaten, zoals in staalconstructies of bevestiging van bijvoorbeeld zonnepanelen op rails, komt de flensmoer eveneens van pas: de brede flens dekt het gat af en klemt stevig, waar een normale moer zou doordraaien of een grote ring vergen. Kortom, DIN 6923 flensmoeren zijn geschikt voor toepassingen met trillingen, hogere eisen aan klemkrachtverdeling of efficiëntie in montage. Denk aan voertuigonderdelen (ophanging, motorblokken), industriële machines, staalframe-verbindingen en zelfs doe-het-zelf projecten waar u een betrouwbare bevestiging wilt zonder gedoe met losse sluitringen.
Zijn DIN 6923 flensmoeren verkrijgbaar in roestvast staal of verzinkt staal?
Ja, DIN 6923 flensmoeren zijn in diverse materiaaluitvoeringen leverbaar. Stalen flensmoeren worden meestal aangeboden in hoge sterkteklassen zoals 8 of 10 en zijn vaak elektrolytisch verzinkt ter bescherming tegen roest. U kunt ze aantreffen in een blank stalen uitvoering, met een zwarte oxidelaag, of verzinkt (soms zelfs met een dikker laagje middels thermisch verzinken) afhankelijk van de toepassing. Voor omgevingen waar corrosie een rol speelt, zijn roestvaststalen (RVS) flensmoeren beschikbaar. Deze komen doorgaans in RVS A2 (voor algemene toepassingen, vergelijkbaar met RVS 304) of RVS A4 (marine-grade, vergelijkbaar met RVS 316). RVS-flensmoeren hebben meestal een standaard sterkte-aanduiding zoals A2-70 of A4-70, wat een treksterkte van ca. 700 N/mm² impliceert. Let op dat RVS in absolute zin iets minder hard is dan gehard staal klasse 10, maar voor de meeste toepassingen is de sterkte ruim voldoende en biedt het materiaal een hoge bestendigheid tegen roest. Samengevat: u kunt DIN 6923 flensmoeren verkrijgen in zowel (verzinkt) staal als roestvast staal, afgestemd op de eisen van uw project. Fabory levert beide varianten, zodat u kunt kiezen voor maximale sterkte of optimale corrosieweerstand.
Heb ik met een flensmoer nog een sluitring nodig?
Nee, één van de voordelen van de DIN 6923 flensmoer is juist dat een losse sluitring overbodig is. De flens aan de onderzijde van de moer fungeert zelf als een washer/onderlegplaat, waardoor zij de druk verspreidt en rechtstreeks onder de moer het oppervlak beschermt. U bespaart hiermee een extra onderdeel en handeling, wat de montage vereenvoudigt. In feite vervult de flensmoer de rol van twee onderdelen in één, net zoals een flensbout een bout met ring combineert. Uiteraard kunt u, indien de situatie erom vraagt (bijvoorbeeld bij zeer zachte materialen), altijd nog een extra grote ring toepassen, maar in normale omstandigheden is dit niet nodig. De DIN 6923 norm is er juist op gericht een betrouwbare bevestiging te bieden zonder dat er losse ringen aan te pas komen.
Wat betekent de vertanding op sommige flensmoeren?
Sommige DIN 6923 flensmoeren worden geleverd met een vertande flens. Die vertanding wil zeggen dat de onderkant van de flens voorzien is van concentrische kartelranden of ribbels. Bij het aandraaien drukken deze zich in het contactoppervlak van het te bevestigen materiaal. De bedoeling hiervan is dat de moer zichzelf vastbijt en niet kan loswerken door trillingen. De vertanding functioneert dus als een mechanische borging (een vorm van ‘weerhaakjes’ als het ware) die voorkomt dat de moer gaat slippen. Dit is vooral nuttig in toepassingen met veel vibratie of schokken. Let wel op: een vertande flensmoer kan de ondergrond licht beschadigen of krassen, met name op gelakte of zachte oppervlakken. Ook is het losdraaien iets lastiger door de grip van de ribbels en bij herhaaldelijk gebruik kunnen de kartels slijten. Gebruik vertande flensmoeren daarom vooral wanneer hun borgfunctie is gewenst. In alle andere gevallen volstaat een gladde (onvertande) DIN 6923 flensmoer, die u eventueel kunt combineren met andere borgmiddelen (zoals borglijm of contramoeren).