Veelzijdige verbindingen met ISO 1207 cilinderschroeven met zaaggleuf
ISO 1207 cilinderschroeven met zaaggleuf zijn cilindrische machineschroeven met een sleuf in de kop voor aandrijving met een platte schroevendraaier. De schroef heeft een ronde, rechtwandige kop (ook wel cilinderkop of kaaskop genoemd) met een enkele gleuf over de diameter. De schacht is volledig voorzien van metrisch schroefdraad over de hele lengte. ISO 1207 is de internationale normbenaming (opvolger van de oude DIN 84) voor dit type schroef, wat uniforme afmetingen en uitwisselbaarheid wereldwijd garandeert. In de praktijk betekent dit dat een DIN 84 schroef en een ISO 1207 schroef identiek passen en functioneren. De wijziging gaat vooral over de standaardnaam en genormaliseerde toleranties.
Een kenmerkend aspect van deze schroeven is de eenvoudige sleufindruk: dankzij deze zaaggleuf kunnen de schroeven met een gewone platte schroevendraaier worden vast- of losgedraaid. De cilindrische kop steekt na montage boven het oppervlak uit (in tegenstelling tot verzonken schroeven), maar heeft gladde zijkanten en een platte bovenzijde voor een nette afwerking zonder scherpe randen. Omdat de schroef volledig is voorzien van draad, kan hij in een getapt gat worden gedraaid én gebruikt worden met een moer voor een doorsteekverbinding. Dit type machineschroef wordt veelvuldig toegepast in lichte tot middelzware verbindingen van allerlei constructies. Hoewel de sleufkop een minder hoog aantrekmoment toelaat vergeleken met bijvoorbeeld een inbusschroef of kruiskop, is het voldoende voor veel algemene toepassingen. Het grote voordeel is dat bijna iedereen wel een passende schroevendraaier bij de hand heeft.
Belangrijke kenmerken van ISO 1207 cilinderschroeven
Ontwerp en aandrijving
Een ISO 1207 cilinderschroef bestaat uit een cilindervormige kop met daarin een enkele sleuf voor aandrijving. De kop heeft rechte zijkanten en een vlakke bovenkant. De sleuf biedt ruimte voor een platte schroevendraaier als gereedschap. Dit eenvoudige aandrijfprincipe is universeel, maar heeft ook beperkingen: de sleuf kan bij te hoge kracht of een verkeerd formaat schroevendraaier gemakkelijk beschadigen of het gereedschap kan eruit schieten. Het is daarom belangrijk altijd een goed passende schroevendraaier te gebruiken die de volledige breedte en diepte van de gleuf vult. Een te kleine of versleten schroevendraaier kan zowel de sleuf in de schroefkop als het aangrenzende materiaal beschadigen door doordraaiend slippen. In vergelijking met inbus- of kruiskopschroeven is het maximale aandraaimoment bij een sleufkop lager, maar voor de beoogde toepassingen van deze schroef doorgaans voldoende. Het kopontwerp zorgt ervoor dat de schroefkop zichtbaar op het materiaal rust. Dit geeft geen verzonken verbinding, maar wel een gelijkmatige drukverdeling onder de vlakke kop. Dankzij de ronde vorm zonder uitstekende delen blijft de kans op haken of beschadigen relatief klein, afgezien van de ondiepe gleuf in het midden.
Schroefdraad en afmetingen
ISO 1207 schroeven hebben metrische voldraad over de gehele schachtlengte. De draad loopt direct door tot onder de kop, waardoor u maximale grip in een moer of getapt gat krijgt over de volledige schroeflengte. De lengte van de schroef wordt gemeten vanaf de onderkant van de kop tot het einde van de schroefdraad. De kop zelf telt dus niet mee in de maatvoering. Er is een breed scala aan diameters en lengtes verkrijgbaar, van zeer klein (circa M1.6) tot middelgroot (ongeveer M8 à M10) volgens de norm. Dit betekent dat zowel voor fijnmechanische projecten als voor grotere assemblages een passende maat beschikbaar is.
Sterkteklasse en kwaliteit
Stalen cilinderschroeven met sleuf worden meestal gemaakt in relatief lagere sterkteklassen zoals 4.8 of 5.8. Deze aanduiding betekent dat de schroef een trekkracht heeft van bijvoorbeeld ~400 N/mm² (klasse 4.8) of ~500 N/mm² (5.8). Dit zijn ongeharde stalen die voldoende sterk zijn voor lichte en middelzware verbindingen, maar bewust niet extreem hard. Voor zwaardere toepassingen zijn er ook varianten in hogere sterkteklasse, zoals 8.8, verkrijgbaar (met name in de grotere diameters). Een DIN 84 / ISO 1207 schroef in klasse 8.8 is gemaakt van gehard staal met een treksterkte rond 800 N/mm², maar bij zulke hoge sterkte is het drijfvermogen via de sleuf vaak de beperkende factor. Roestvaststalen uitvoeringen hebben doorgaans een aanduiding als A2-70, wat ruwweg overeenkomt met een treksterkte van ~700 N/mm².
Normering en uitwisselbaarheid
ISO 1207 is, zoals gezegd, de internationale standaard die de oudere Duitse norm DIN 84 vervangt. In de praktijk zijn de verschillen minimaal en draait het vooral om een wereldwijde uniformiteit in benaming. De afmetingen, vormen en toleranties van de schroeven zijn in grote lijnen gelijk gebleven. Zo hanteert ISO 1207 voor de meeste diameters exact dezelfde kopdiameters en -hoogtes als DIN 84 deed, zodat een ISO 1207 schroef moeiteloos een DIN 84 exemplaar kan vervangen en omgekeerd. Eventuele kleine verschillen zitten in details als de sleufdiepte of tolerantiewaarden, maar die hebben geen merkbare invloed op pasvorm of gebruik. Fabrikanten en leveranciers duiden dit type schroef dan ook vaak aan met beide normen (DIN 84 / ISO 1207) zodat u ze makkelijker herkend.
Materialen en afwerkingen
Staal (blank of gecoat)
De meest gebruikte uitvoering van ISO 1207 schroeven is staal. Dit betreft meestal koolstofstaal van een standaard kwaliteit (zoals klasse 4.8 of 5.8) dat stevig maar niet extreem hard is. Ongecoate stalen cilinderschroeven (ook wel blank staal genoemd) hebben geen extra corrosiebescherming, ze zijn grijs/metaalkleurig en licht geolied. Deze worden vooral binnenshuis of in droge omgevingen toegepast, omdat ze anders snel kunnen roesten. Een veelvoorkomende afwerking is elektrolytisch verzinken: de schroeven krijgen dan een dun zinklaagje (glanzend zilverig of geelachtig van kleur) ter bescherming tegen corrosie. Verzinkte cilinderschroeven zijn geschikt voor gebruik in normale binnen- en beperkte buitenomstandigheden, zolang de zinklaag intact is. Bij langdurige blootstelling aan vocht zal echter uiteindelijk ook verzinkt staal gaan roesten zodra de beschermlaag is aangetast. In alle gevallen geldt: stalen ISO 1207 schroeven bieden de hoogste mechanische klemkracht en slijtvastheid, maar behoeven een passende oppervlaktebehandeling of regelmatige controle als ze in corrosieve omgevingen worden ingezet.
Roestvast staal (RVS)
Voor toepassingen waar roestvorming onacceptabel is, zijn ISO 1207 schroeven ook verkrijgbaar in roestvast staal. Typische kwaliteiten zijn RVS A2 (AISI 304) voor algemene corrosiebestendigheid en RVS A4 (AISI 316) voor extra weerstand tegen zuren, zeelucht en chloor. Roestvaststalen cilinderschroeven hebben als groot voordeel dat ze niet roesten, zelfs niet in vochtige ruimtes of buiten in de regen. Ze worden daarom veelvuldig toegepast in de buitenlucht, de voedingsmiddelenindustrie, laboratoria en andere omgevingen waar vocht of chemische aantasting een rol speelt. Hun mechanische sterkte is over het algemeen iets lager dan die van staal: RVS A2-70 schroeven halen ca. 700 N/mm² trekkracht, wat voldoende is voor de meeste klussen maar net onder een stalen 8.8 schroef zit. Belangrijker is echter dat RVS “zachter” is in die zin dat de sleuf en draad gevoeliger zijn voor slijtage bij veelvuldig los- en vastdraaien. Ook is RVS berucht om vastvreten (koudlas) wanneer een RVS schroef in een RVS moer of draad wordt gedraaid zonder smering. Bij montage van RVS op RVS is het dus aan te raden een smeermiddel of anti-seize pasta te gebruiken om te voorkomen dat de schroef onherroepelijk vastloopt.
Toepassingen van ISO 1207 cilinderschroeven
Machinebouw en mechanische constructies
In machines, apparatenbouw en andere mechanische constructies worden cilinderschroeven met sleuf op grote schaal ingezet voor diverse bevestigingen. Ze dienen hier als klassieke boutverbinding: door een onderdeel met een passend gat te steken en aan de andere zijde met een moer vast te zetten (vaak met een ring erbij voor spreiding van de druk). Deze schroeven lenen zich heel goed voor het monteren van platen, beugels, klemmen en behuizingsdelen op frames of assen. Omdat de koppen niet verzonken zijn, moet u wel rekening houden met de ruimte die de kop inneemt. Meestal is dit geen probleem in machines waar voldoende speling rondom de verbinding is. De ronde, vlakke kop zorgt dat er weinig is om aan te blijven haken en dat gereedschap of kleding niet makkelijk achter de kop blijft steken, wat goed is voor de veiligheid. In fijnmechanische constructies (zoals tandwielkasten, instrumenten) worden de kleinere maten (M2, M3, M4) gebruikt om onderdeeltjes samen te bouwen. Sleufschroeven volstaan nog altijd in vele minder kritische toepassingen door hun eenvoud en lage kosten. U vindt deze schroeven in allerlei hulpconstructies: van stalen rekken en kasten tot montagebeugels en motorbehuizingen. In al deze gevallen geldt: voorzie de schroefverbinding zo nodig van een veerring of borgmiddel als er trillingen optreden, aangezien pure sleufschroefverbindingen door het beperkte aandraaimoment iets gevoeliger kunnen zijn voor loswerken bij langdurige vibratie.
Apparaten, elektronica en fijne mechaniek
In kleinere apparaten en elektronische systemen zijn de fijne maten ISO 1207 schroeven veel terug te vinden. Hun volledig schroefdraad en relatief grote kop (voor de maat) maken ze ideaal om dunne plaatjes, printplaten of modules vast te zetten. Zo worden in elektronica-behuizingen vaak M2 of M3 cilinderschroefjes gebruikt om printplaten op afstandsbusjes te monteren of om twee helften van een behuizing bijeen te houden. De platte sleufkop is daarbij van buitenaf zichtbaar, maar valt vaak nauwelijks op en kan verzonken liggen in een uitsparing van de behuizing. In de wereld van apparaten en miniatuurmechanismen biedt de ISO 1207 schroef een compacte en betrouwbare bevestigingsoplossing die met eenvoudig gereedschap te hanteren is.
Voertuigen en transportmiddelen
In auto’s, motoren en andere voertuigen zijn tegenwoordig sleufschroeven minder gebruikelijk voor primaire constructies, modernere aandrijvingen als hex, Torx en Pozidriv hebben daar de overhand vanwege productiesnelheid en hogere momentspecificaties.
Montage en tips voor gebruik
Kies de juiste maat en lengte
Voor een betrouwbare verbinding is het essentieel om de correcte schroefdiameter en -lengte te kiezen. Zorg dat de diameter (M2, M3, M6 etc.) overeenkomt met het gat of de moer waarin de schroef gebruikt wordt – te klein geeft speling en onvoldoende sterkte, te groot past simpelweg niet. Bij doorsteekmontage met moer dient de schroef net lang genoeg te zijn om door alle materialen én de moer te steken, bij voorkeur met 1 à 2 windingen die aan de andere kant van de moer uitsteken. Zo weet u zeker dat de moer volledig grip heeft op de schroefdraad. Is de schroef te kort, dan grijpen niet alle draadgangen van de moer en kan de verbinding los of zwak blijven; is hij te lang, dan steekt er een eind uit dat in sommige situaties hinderlijk of gevaarlijk kan zijn (u kunt het overtollige eind eventueel afzagen of -knippen). Bij montage in een blind getapt gat in een dikker onderdeel kiest u een lengte die maximaal in het gat draait zonder te bodem te bereiken. Zo benut u de volledige schroefdraadlengte voor sterkte, maar voorkomt u vastlopen onderin. Als vuistregel geldt dat in staal minstens een schroeflengte gelijk aan de diameter in draad moet grijpen, en in zachtere materialen (aluminium, kunststof) bij voorkeur twee keer de diameter. Voor de diameterkeuze zelf: neem geen dunnere schroef dan het zwaarst belaste onderdeel vereist.
Gebruik het correcte gereedschap
Draai cilinderschroeven met zaaggleuf altijd aan met een passende platte schroevendraaier of bit. En met passend bedoelen we: de breedte van de schroevendraaierpunt is gelijk aan de breedte van de sleuf en de dikte van de punt vult de sleuf zonder te klemmen. Een te kleine schroevendraaier is geneigd te wiebelen in de sleuf en kan de randen van de gleuf kapotschaven, of uitschieten en krassen maken in het omliggende oppervlak. Een te grote schroevendraaier past vaak niet eens volledig in de gleuf en maakt ook geen optimaal contact. Let er ook op dat de schroevendraaierpunt vlak en scherp is, niet afgerond of versleten
Aandraaimoment en voorkomen van beschadiging
Hoewel het verleidelijk kan zijn om een schroef ‘zo hard mogelijk’ vast te draaien, is dat bij sleufschroeven zelden een goed idee. De sleuf in de kop is het zwakste punt: bij overmatig aandraaien kan de schroevendraaier eruit cammen (schieten) en daarbij de gleufhoeken afronden. Ook kan de schroef zelf afbreken als u de rekgrens overschrijdt, vooral bij de kleinere diameter of bij messing/kunststof varianten. Draai de schroef met gevoel aan tot het deel dat u vastzet stevig klemt en er duidelijke weerstand voelbaar is, maar zonder met kracht door te duwen tot alles kraakt. Een handige truc is om een schroevendraaier te gebruiken waarvan de handgreep kort is, dat beperkt automatisch het maximale moment dat u kunt uitoefenen, waardoor de kans op overdadig aandraaien kleiner wordt.
Hergebruik en controle
Een voordeel van metalen schroefverbindingen is dat ze vaak herbruikbaar zijn. Ook ISO 1207 schroeven kunnen meerdere malen los- en vastgedraaid worden, mits ze niet beschadigd raken. Toch is het slim om bij demontage de staat van de schroef even te inspecteren. Kijk naar de sleuf in de kop: is deze nog strak rechthoekig, of zijn de randen duidelijk vervormd/dol gedraaid? Een licht verweerde sleuf kan vaak nog wel een keer mee, maar als de schroevendraaier er niet meer goed ‘grip’ op krijgt door slijtage, is het verstandig de schroef te vervangen.
Materiaal combineren
Let bij montage ook op de materialen van schroef en het onderdeel waarin of waaraan u schroeft, om ongewenste effecten te voorkomen. Zo kan bij contact van twee verschillende metalen in aanwezigheid van vocht galvanische corrosie optreden: bijvoorbeeld een stalen schroef in aluminium kan een corrosiereactie geven die het aluminium aantast (het minder edele aluminium ‘offert’ zich dan op en gaat putjes vertonen rond de stalen schroef). Dit proces wordt versneld in zout water of buitenlucht. Wilt u een stalen schroef toch in aluminium toepassen buiten, kies dan bij voorkeur voor een verzinkte of – beter nog – RVS schroef, of breng een isolerend laagje (bijv. paste, tape of verf) aan tussen schroef en aluminium.
Veelgestelde vragen over ISO 1207 cilinderschroeven
Zijn DIN 84 en ISO 1207 cilinderschroeven hetzelfde?
Ja. ISO 1207 is simpelweg de internationale standaardbenaming die de oudere DIN 84-norm vervangt. Beide verwijzen naar hetzelfde type schroef: een cilindrische kop met sleuf en metrische draad (ook wel kaaskopschroef genoemd). In de praktijk zijn DIN 84 en ISO 1207 schroeven volledig uitwisselbaar: de maten, vorm van de kop en schroefdraad specificaties komen overeen. U kunt dus een DIN 84 schroef zonder problemen vervangen door een ISO 1207 exemplaar of omgekeerd, ze passen en functioneren hetzelfde. De overgang naar de ISO-norm heeft vooral te maken met internationale standaardisatie, zodat wereldwijd dezelfde aanduiding wordt gebruikt. Fabrikanten en leveranciers duiden producten vaak aan met beide nummers (DIN/ISO) om duidelijk te maken dat het om de genormaliseerde cilinderkopschroef met sleuf gaat.
In welke materialen en uitvoeringen zijn ISO 1207 schroeven verkrijgbaar?
De meest gangbare uitvoeringen zijn gehard staal (al dan niet verzinkt/gecoat) en roestvast staal. Stalen cilinderschroeven worden doorgaans geleverd in kwaliteit 4.8 of 5.8, blank of met een galvanische zinklaag voor corrosiebescherming. Voor indoor toepassingen volstaat vaak blank of zwart geoxideerd staal, terwijl voor algemene buitenomstandigheden verzinkt staal populair is. Roestvaststalen uitvoeringen zijn er in A2 (RVS 304) en A4 (RVS 316) kwaliteit, aangeduid als bijvoorbeeld A2-70. Deze bieden veel hogere corrosiebestendigheid (roesten niet in vochtige omgeving) en worden ingezet bij buitengebruik, in de voedingsmiddelenindustrie of maritieme toepassingen.
Wat betekent de aanduiding 4.8 of 8.8 bij deze schroeven?
Dit geeft de sterkteklasse van de stalen schroef aan. Het cijfer vóór de punt is ongeveer de treksterkte in honderden N/mm², het cijfer na de punt (maal 10) is het percentage van die treksterkte dat de vloeigrens aangeeft. Zo staat 4.8 voor ca. 400 N/mm² trekkracht en een vloeigrens op 80% daarvan (~320 N/mm²). Dit is een veelvoorkomende kwaliteit voor machineschroeven met sleuf, voldoende sterk voor algemene verbindingen. Klasse 8.8 is een hogere sterkteklasse (~800 N/mm² treksterkte, 640 N/mm² vloeigrens) en duidt op een geharde stalen schroef. In de praktijk zulllen de meeste ISO 1207 schroeven in kleine maten klasse 4.8 of 5.8 zijn, terwijl grotere diameters soms in 8.8 geleverd worden als extra sterkte gewenst is. Ter vergelijking: een standaard bouwbout is vaak 4.6 (nog zachter), terwijl binnenzeskantboutjes vaak 8.8, 10.9 of zelfs 12.9 zijn (veel harder).
Zijn ISO 1207 schroeven geschikt voor buitengebruik?
Ja, mits u de juiste materiaalkeuze maakt. Voor langdurig buitengebruik is een roestvaststalen uitvoering sterk aan te bevelen. RVS A2 is in de meeste gevallen al voldoende om niet te roesten in de buitenlucht (denk aan bevestigingen in de tuin, op gevels, bij speeltoestellen). In zeer corrosieve omgevingen, zoals aan de kust (zout water) of in contact met chemicaliën, kiest u het beste voor RVS A4 vanwege de extra bestendigheid. Gehard stalen (ongecoate) schroeven zijn ongeschikt voor buiten, deze gaan in weer en wind snel roesten. Zelfs verzinkt stalen schroeven hebben buiten een beperkte levensduur: de zinklaag biedt slechts tijdelijke bescherming. Na verloop van tijd, zeker bij krassen of slijtage van de coating, zal roestvorming beginnen. Als u toch verzinkte ISO 1207 schroeven buiten toepast (bijvoorbeeld in een afdakje of een plek die niet direct nat wordt), controleer de verbinding dan periodiek en vervang ze bij tekenen van roest. Beter is het om in dergelijke gevallen meteen voor RVS te kiezen zodat u zich daarover geen zorgen hoeft te maken.
Wat is het verschil tussen een cilinderschroef met zaaggleuf en schroeven met andere aandrijvingen (kruiskop, inbus)?
Het grootste verschil zit in de manier van aandraaien en het maximale klemvermogen. Sleufschroeven (zaaggleuf) hebben een enkele rechte gleuf en worden met een platte schroevendraaier aangedreven. Voordeel: heel eenvoudig, elke standaard schroevendraaier past, en de productie van de schroefkop is goedkoop. Nadeel: de schroevendraaier kan makkelijk uit de gleuf schieten bij hoog moment en centreren vergt enige vaardigheid. Kruiskopschroeven (bijv. Phillips of Pozidriv) hebben een kruisvormige indruk, deze centreren beter en de schroevendraaier blijft makkelijker zitten tijdens het draaien, waardoor iets hogere aandraaimomenten mogelijk zijn dan bij sleuf. Ze werden veel toegepast in consumentenproducten vanwege het gemak bij machinale montage (de bit vindt zelf het midden van de kruisindruk). Echter, standaard Phillips-schroeven 'cammen’ ook bewust uit bij te veel moment om te voorkomen dat het hoofd afbreekt, dat is handig bij machinale inschroeven maar kan lastig zijn bij handmatig extreem aandraaien.